Saudi Arabië en de U.A.E.
Bij aankomst in de haven van Jeddah wachten we geduldig tot we van boord mogen. Vanaf het bovendek zien we onze Santana uit het laadruim worden gereden, de eerste meters op een ander continent! We moeten een tijdje wachten in een grote aankomsthal, op lange rijen met bankjes zitten we tussen de bedevaartgangers die onderweg naar Mekka zijn. Sabrine krijgt al wat afkeurende blikken omdat ze geen hoofddoek draagt, deze ligt nog in de auto waar we nu niet bij kunnen. Later merken we dat eigenlijk alleen de Soedanese vrouwen in de aankomsthal hier moeilijk over deden, veel Saudiërs zijn een stuk milder en minder conservatief naar westerse vrouwen. Na een tijdje worden we uit de rij gepikt en mogen we voor, de douanier heeft grote moeite om ons paspoort te kunnen ontcijferen. We moeten hem helpen met onze namen en geboortedata, iedereen kan er gelukkig om lachen en we worden hartelijk ontvangen. Daarna begint het lange wachten op onze auto, we hebben maar een visum voor drie dagen voor dit grote land dus kunnen alle tijd goed gebruiken. We moeten een afstand van ruim 1500 kilometer overbruggen voor we in de United Arab Emirates zullen aankomen, waar onder andere Abu Dhabi en Dubai deel van uitmaken.
Na een paar uur wachten komt een medewerker geld innen voor de havenkosten, we hebben geen Saudisch geld maar gelukkig kunnen we bij de vriendelijke man tegen de huidige koers onze euro’s wisselen. Na een uur of vijf wachten komt dan eindelijk onze auto aan, na een kleine controle zijn we dan weer herenigd met ons huisje. We besluiten nog maar snel een rondje Jeddah te rijden zodat we in ieder geval nog wat van de stad hebben gezien. Jeddah is een van de grootste steden van Saudi Arabië, een enorme stad met veel luxe en weelde. Veel verschillende nationaliteiten en weinig vrouwen met hoofddoeken. We hadden van tevoren veel meer het idee dat het strenge Islamitische beleid van het land terug te vinden zou zijn in het straatbeeld maar dit blijkt niet het geval. We eten bij de McDonalds en kijken onze ogen uit bij de grote winkelcentra met alle grote en dure merken. Daarna rijden we via de 5-baans snelwegen richting Riyad, de hoofdstad. Vlak voor Mekka zien we de bekende borden boven de weg opdoemen; alleen toegang voor moslims. Wij worden ruim voor de stad al de stad omgeleid, moeilijk is het niet, we hoeven alleen de borden met daarop de tekst; “geen moslim” te volgen. Mekka is een heilige plek volgens de Islam en het is verboden terrein voor niet-moslims.
We slapen in de avond op één van de vele vrachtwagen parkeerplaatsen langs de snelweg. De volgende dag rijden we de hele dag door, tot we een uurtje na de hoofdstad ineens merken dat de auto een vreemd geluid maakt. We rijden best hard (rond de 100 km/u) als we een schurend en piepend geluid horen en de auto ineens naar rechts trekt, meteen laat Niels het gas los en rijdt rustig de berm in. Er komt rook en stank van het rechter voorwiel af en al snel nadat we de boel open hebben geschroefd zien we dat er een lager kapot is gelopen. Dat is nog niet het ergste, omdat het op hoge snelheid is gebeurd en we niet meteen konden stoppen met 100 km/u is de complete steekas ook vervormd geraakt. Of te wel, we kunnen niet meer rijden! Daar sta je dan, midden in de woestijn van Saudi Arabië, naast een drukke snelweg met nog één dag om het land uit te komen en nog 500 kilometer te gaan naar de grens. Gelukkig is er een klein dorpje in de buurt zien we als bovenop een duin gaan staan. We besluiten erheen te lopen en met hulp van een vriendelijke Engels sprekende Saudiër vinden we een auto-ambulance waar we onze Santana achterop kunnen zetten.
De chauffeur komt uit Soedan en vindt het prachtig dat wij in zijn land zijn geweest. Hij is erg enthousiast en laat ons allerlei foto’s en filmpjes zien terwijl hij slingerend richting de grens rijdt.
We zitten naast hem in de krappe cabine en hebben eigenlijk liever dat hij wat beter op de weg let met zo’n waardevolle lading! Het is een vriendelijke man, hij trakteert ons op lunch en fruit. Wij hebben uiteraard wel wat anders aan ons hoofd, hoe gaan we zorgen dat we vandaag nog de grens overkomen en hoe gaan we aan nieuwe onderdelen voor de auto komen? Na een lange rit komen we aan bij de grens, de chauffeur zegt ons dat hij de grens niet over mag, hij heeft niet de juiste papieren. Wij lopen naar de grens en gaan in gesprek met de Saudische douanemanager. In zijn kantoor krijgen we thee en dadels en de man pleegt meteen een paar belletjes. Wij zouden graag willen dat de chauffeur (eventueel onder begeleiding van douaniers) een paar honderd meter de grens over mag om onze auto af te zetten. Zodat dat probleem in ieder geval verholpen is. Helaas is dit absoluut niet mogelijk, de man mag de grens niet over. Er wordt voorgesteld dat wij de grens alvast lopend over gaan en dan een manier gaan vinden om de auto later op te komen halen maar dit gaan we al helemaal niet doen!
Na een tijdje rondrijden en rondbellen van de manager krijgen we een optie om de auto een paar kilometer over de grens te laten brengen, maar allemaal voor absurd hoge bedragen waar we niet mee akkoord gaan. Al snel blijkt dat ook hier mensen graag een slaatje slaan aan mensen die in de knel zitten. Wij laten nog liever ons visum verlopen dan dat we met dat soort mensen in zee gaan. Dan ineens meldt zich een Syrische vrachtwagenchauffeur met een bakwagen. Hij moet naar Dubai en wil ons best meenemen, zijn auto is toch leeg. We moeten de banden leeg laten lopen en de jerrycans van het dak halen zodat de auto achter in zijn bakwagen past maar we zijn allang blij dat het allemaal goed komt!
Het duurt allemaal wat langer aan de grens, we moeten nogal wat uitleggen waarom onze auto achterin een vrachtwagentje van een Syrische chauffeur staat. Gelukkig spreekt de man Arabisch wat ons erg veel tijd en moeite scheelt. We worden helemaal naar Abu Dhabi gebracht! Een rit van ruim 300 kilometer. Daar worden we midden in de nacht afgezet bij een vrachtwagenparkeerplaats naast de snelweg. We blijven een paar nachten daar, even wat rust en de zaken op een rijtje zetten. Dan worden we bij toeval geholpen door een Pakistaanse vrachtwagenchauffeur. Hij weet onze steekas en wiellager zo in elkaar te zetten dat we het aandurven om de 100 kilometer naar Dubai te rijden. We hebben de boel zo strak mogelijk in elkaar gezet en met een aantal schroeven hangt het boeltje nu aan elkaar. We zijn dan ook erg nerveus wanneer we met een gangetje van 60 km/u tussen de dure Bentleys, Rolls-Royces, Ferrari’s enzovoort door manoeuvreren. Opgelucht komen we aan op een strand in Dubai, het wiel zit alweer behoorlijk los dus we besluiten om maar niet meer te gaan rijden. Gelukkig is het toegestaan om te kamperen op dit strand. Er staan naast de tientallen locals met hun asociaal grote campers en uitgebouwde caravan-trailers nog een aantal overlanders meer.
We hebben een gezellige tijd met de andere reizigers, in totaal blijven we bijna twee weken op het strand. We moeten wachten op nieuwe onderdelen, die vanuit Engeland moeten komen. Ondertussen verkennen we de stad en dompelen we ons wat onder in de luxe. We bezoeken de grote winkelcentra, de bloementuin en gaan bij de wielerbaan een paar keer een warme douche nemen. Het is mooi, al deze pracht en praal maar we vinden het contrast met Afrika groot, te groot. Onvoorstelbaar wat voor verschil er in de wereld is, een paar duizend kilometer verderop wordt er in Soedan met gevaar voor eigen leven gedemonstreerd omdat de prijs van het brood een paar centen gestegen is terwijl hier in Dubai bakken met geld worden verspild aan de meest onnodige spullen en gebouwen.
Als de onderdelen dan eindelijk binnen zijn kunnen we weer rijden, we gaan nog een paar dagen terug naar Abu Dhabi en bezoeken onder andere het Yas Marina circuit waar over een tijdje weer de Formule 1 Grand Prix zal worden gereden, helaas mogen we er niet op met onze auto. We regelen ons visum voor Iran bij het consulaat en kopen kaartjes voor de oversteek. Vlak voor vertrek kopen we in de haven nog wat duty-free bier en wijn, eigenlijk verboden in zowel Dubai als Iran maar in de haven na de douane mag het blijkbaar wel. Wel moeten we zorgen dat we de boel goed verstoppen, als ze alcohol in je auto vinden in Iran zijn de boetes niet mals. We mogen zelf onze auto het schip op rijden, het is rustig op de boot omdat het Iraans nieuwjaar is. Vinden wij helemaal niet erg, we hebben een hele rij stoelen voor onszelf en kunnen heerlijk uitgestrekt gaan liggen. Langzaamaan knorren we zo in de nacht de Perzische Golf over, op naar Iran!
Inderdaad wat n ander cultuur dáár.
Mooie belevenissen wéér.
Dat is toch ff weer iets heel anders. wel weer een belevenis op zich. veel plezier nog verder