Alle berichten van admin

Zimbabwe

Zimbabwe

We beginnen onze reis door Zimbabwe met een bezoek aan de Victoria watervallen, wat een natuurgeweld! We lopen een halve dag rond bij de breedste watervallen van de wereld, zo nu en dan worden we zeiknat door de nevel. Niet normaal hoeveel water er naar beneden komt gedonderd.

We vervolgen onze weg naar het zuiden, we willen graag het Hwange National Park gaan bezoeken. We stoppen onderweg om te lunchen bij een meertje, als we uitstappen zien we tientallen vrouwen met grote emmers op hun hoofd sjouwen. We vragen wat er in de emmers zit, want bij sommige zien we dat er wat bloed uitloopt. De lokale vissers zeggen dat er vlees in zit, als we vragen wat voor vlees; Olifantenvlees! Blijkbaar ligt er achter de heuvel een dode olifant, uiteraard gaan we even een kijkje nemen. En inderdaad, de laatste restanten van het karkas van een grote olifant wordt net op het moment dat wij komen kijken verbrand. Als we navragen wat er precies gebeurd is schrikken we behoorlijk. De avond ervoor heeft een rijke Duitser een hele grote bul (mannelijke olifant) afgeschoten, een zogenaamde trofiejacht. De kop wordt vervolgens van het lichaam gezaagd zodat deze kan worden opgezet. De rest van de olifant wordt aan de lokale bevolking geschonken, ze zeggen dat ze er twee weken van kunnen eten met z’n allen. Ook een paar grote beenderen worden meegenomen naar de omliggende dorpen. We staan perplex dat er mensen zijn die zulk soort mooie dieren afschieten voor de lol. Maar volgens de mensen zijn er teveel olifanten, zijn ze een plaag voor hun gewassen en wordt het geld dat ermee verdiend wordt (de jager moet flink aftikken aan zowel de regering, de jachtorganisatie als de lokale bevolking) teruggestoken in de natuur. Wij vinden het maar een bizar schouwspel.

Bij Hwange National Park gaan we op bezoek bij de Painted Dog Conservacy. Deze organisatie strijdt voor het behoud van de Afrikaanse wilde honden, die met uitsterven bedreigd zijn. Dit komt omdat ze vatbaar zijn voor ziektes verspreid door huisdieren, ze worden aangereden op de wegen en ze gevangen worden in strikken gezet door stropers. We krijgen een erg interessante rondleiding, helaas mogen we de honden niet zien. Er zijn er een paar aanwezig in het rehabilitatiecentrum maar omdat deze uiteindelijk weer worden uitgezet willen ze dat er zo min mogelijk contact met mensen is. Gelukkig hadden wij de prachtige beesten al voorbij zien rennen toen we kampeerden in het noorden van Botswana.

Via Bulawayo rijden we binnendoor naar Harare, de hoofdstad van Zimbabwe. Na de enorme inflatieproblemen van een aantal jaren terug hebben ze in Zimbabwe nog steeds hun geldzaken niet op orde zo lijkt het. Er kan zowel met de Zimbabwaanse als de US Dollar worden betaald, in alle winkels hebben beide eenheden dezelfde waarde. Maar op de zwarte markt, of met een online betaalmethode is de Zimbabwaanse Dollar ineens bijna twee keer zoveel waard. We zijn dan ook blij dat we de creditcard mogen lenen van de eigenaar van de lodge waar we verblijven. We gaan er van tanken, flink boodschappen doen en we vinden zelfs een nieuwe homokineet zodat we de auto kunnen repareren. We betalen alles met de kaart van de lodge, die we daarna (tegen zwarte markt koers) terugbetalen in US Dollars, ideaal!

In Harare gaan we nog op bezoek bij Nederlanders Paul en Maddy, oom en tante van vrienden van ons. We worden liefdevol ontvangen en mogen zelfs een paar nachten logeren. We hebben goede gesprekken over hun interessante werkzaamheden in Afrika, en via BVN kunnen we zelfs Boer zoekt vrouw kijken! We monteren de nieuwe homokineet aan de aandrijfas en krijgen leuke tips voor Ethiopië en Malawi, waar Paul en Maddy ook een tijdje gewoond hebben.

Vanuit Harare rijden we naar Lake Kariba, een groot stuwmeer op de grens met Zambia. We vinden een rustig plekje helemaal aan de rand van het meer om te kamperen. Tot onze verbazing staan Mo en Edda er ook! We zijn ze al eerder tegengekomen in Namibië, ze hebben een auto gekocht in Zuid-Afrika waarmee ze acht maanden door zuidelijk Afrika trekken. De volgende ochtend worden we gewekt door vier rangers. Blijkbaar staan we in een nationaal park en het is verboden om zonder vergunning hier te kamperen! De rangers bellen naar hun baas die erg kwaad wordt en er direct aan komt. Hij zegt tegen zijn medewerkers dat ze onze autosleutels moeten afpakken en onze auto’s moeten doorzoeken. Wij zijn ons van geen kwaad bewust, we hebben nergens verbodsborden of iets dergelijks gezien en zijn het hier dus niet mee eens. We besluiten om weg te rijden, de rangers zijn het er niet mee eens maar laten ons toch gaan. Aan het einde van de zandweg nemen we afscheid van Mo en Edda, zij blijven nog een paar dagen in Zimbabwe, wij gaan richting grens met Zambia.

Met toch wel een beetje spanning rijden we het laatste stuk richting de stuwdam, de grens tussen Zimbabwe en Zambia. Gelukkig komt niemand ons achterna. We hadden de rangers verteld dat we naar de grens zouden gaan maar daar staat geen kwade ranger ons op te wachten en kunnen we zonder problemen over de enorme hydrodamwand richting Zambia rijden. Ook aan Zambiaanse zijde gaat alles vlot, mede omdat we alle papieren nog hebben van ons eerste bezoek aan Zambia. Even dreigt het niet goed te gaan als er wordt gevraagd voor een politieverklaring voor onze auto, we hebben geen idee waar de beambte het over heeft. In zulke gevallen zeggen we altijd heel stellig dat dit niet nodig is voor een in Europa geregistreerde auto en laten we onze hippe plastic kentekencard zien. Ook dit keer werkt dit weer en worden we zonder verdere problemen doorgelaten.

Via de Caprivistrip (Namibië), Chobé National Park (Botswana) en Livingstone (Zambia) naar Zimbabwe

Via de Caprivistrip (Namibië), Chobé National Park (Botswana) en Livingstone (Zambia) naar Zimbabwe

In het noordoosten van Namibië ligt de zogenaamde Caprivi. Deze strook grenst in het zuiden met Botswana, in het noorden aan Angola en in het oosten aan Zambia. Meteen nadat we de grens overgaan vanaf Botswana komen we in een natuurreservaat uit, waar het vooral langs de rivier stikt van de dieren. We blijven een paar dagen kamperen aan de Kavango rivier, waar we in de avond de nijlpaarden horen knorren. Daarna rijden we dwars door de Caprivi over een saaie asfaltweg richting het oosten. Enige interessante aan die trip is dat we halverwege een Nederlandse fietser tegenkomen, hij is al een paar jaar onderweg en heeft eerst Azië en Zuid-Amerika bereisd. Nu is hij bezig met de laatste etappe van zijn reis, fietsend door zuidelijk Afrika. Dan hebben wij het toch wel erg gemakkelijk in onze van alle gemakken voorziene auto.

In het oosten van de Caprivi bezoeken we wederom een Nationaal Park, het is een klein park en voor een paar euro mogen we kamperen met uitzicht op de rivier, waar we met zonsondergang een groep olifanten zwemmend zien oversteken, waarbij ze de staart van hun voorganger vasthouden. Wat een prachtig gezicht!

We steken wederom de grens naar Botswana over. Via het Chobé National Park rijden we langs de Chobé rivier richting de grens met Zambia. Midden in het park horen we telkens een knakkend geluid van onze auto komen. We besluiten te stoppen op een overzichtelijk gedeelte en terwijl het eigenlijk ten strengste verboden is bekijken om de auto te verlaten gaan we er toch snel even omstebeurt onder liggen om te kijken wat het geluid veroorzaakt terwijl de ander de omgeving afspeurt op dieren of parkrangers. We komen er al snel achter dat de homokineet van de voorste aandrijfas naar de knoppen is. Omdat we daar nu niks aan willen of kunnen doen besluiten we heel zachtjes (zonder 4wd) door te rijden. Het is een prachtige route langs de rivier, op een gegeven moment stuiten we op een groep van wel 200 olifanten aan de overkant van het water!


(klik op de foto voor een vergroting)

Tegen zonsondergang komen we pas aan bij een camping, we besluiten er een paar nachten te blijven. Omdat er nergens in de buurt een homokineet te vinden is besluiten we de voorste aandrijfas zo lang te verwijderen. We hopen in de hoofdstad van Zimbabwe, Harare, een nieuwe te kunnen vinden. Tot die tijd kunnen we geen gebruik maken van onze vierwielaandrijving, iets om rekening mee te houden. Vanaf de camping rijden we door naar de grens met Zambia. Uitstempelen in Botswana gaat makkelijk en snel, waarna we wel 200 vrachtwagens voorbij rijden die allemaal staan te wachten om naar Zambia te gaan met de veerboot. Gelukkig krijgen personenauto’s voorrang op de veerpont, waar maximaal twee vrachtwagens per keer op kunnen. Er wordt een nieuwe brug gebouwd die bijna gereed is, daar zullen veel chauffeurs blij mee zijn.

Op Zambiaans grondgebied is de procedure wat ingewikkelder. We moeten naar 6 of 7 verschillende kantoortjes voor onder andere verzekering, belasting en een gezondheidscheck. Er zijn verschillende opdringerige mannetjes die je willen helpen (tegen fikse betaling uiteraard), maar we hebben geen haast en met wat rondvragen komt alles op zijn pootjes terecht. Net voor we onder de slagboom door gaan bevestigen we witte en rode reflectorstickers op onze auto, welke verplicht zijn in Zambia (en vele andere Oost-Afrikaanse landen).

De eerste grote stad in Zambia is Livingstone, vernoemd naar de beroemde ontdekkingsreiziger. We verblijven er in een goedkoop hostel (met zwembad!) en gaan de volgende dag verzekering voor de auto regelen. We schaffen de Yellow Card aan, hiermee zijn we als het goed is verzekerd in alle Afrikaanse landen (behalve Mozambique) waar we nog heen gaan. Daarna rijden we door naar de grens met Zimbabwe. Omdat dit de plek is van de bekende Victoria watervallen en die vanaf Zimbabwaanse zijde een stuk fraaier zijn deze tijd van het jaar besluiten om na twee dagen Zambia meteen weer de grens over te gaan. Voor ons visum maakt het niet uit, we hebben een zogenaamd KAZA UNI visum aangeschaft waarbij we een maand lang onbeperkt van Zambia naar Zimbabwe (of andersom) mogen reizen.

De watervallen liggen precies op de grens en na een simpele procedure aan de zijde van Zambia rijden we over de oude, smalle, metalen brug die ons al een prachtig uitzicht op de watervallen verschaft. De instempelprocedure aan Zimbabwaanse kant gaat ook soepel, het duurt eventjes voor ze alles in hun computersysteem hebben ingevoerd maar daarna mogen we door het hekwerk richting Victoria-Falls, het stadje vernoemd naar de watervallen. We zijn benieuwd!

Botswana

Botswana

Het grootste deel van Botswana bestaat uit de Kalahari-woestijn, we rijden dan ook uren over de smalle rode paden door het droge struikachtige landschap. Als we het Nationaal Park uitrijden zien we eigenlijk weinig verschil, we zien nog steeds erg veel dieren en het landschap blijft onveranderd. Pas na enkele uren komen we weer wat dorpjes tegen, Botswana is in tegenstelling tot veel andere Afrikaanse landen erg dunbevolkt en het is een welkome afwisseling. We besluiten door te rijden naar Gaborone, de hoofdstad in het zuiden van het land. Er liggen een paar goede asfaltwegen dwars door Botswana wat een welkome afwisseling is na het hobbelig stofhappen.

Gaborone is een hippe stad. Een erg groot contrast met alle kleine dorpjes met lemen hutjes zonder stroom en water die we in de rest van het land zien. Hier staan weer hoge gebouwen en grote winkelcentra, veel bedrijven zijn Zuid-Afrikaans wat we in Namibië ook al zagen. We laten alle ventielen vervangen van onze banden, één ervan is namelijk al langzaam aan het lekken merkten we en de rest ziet er ook behoorlijk gehavend uit. De man is er zeker een uur mee bezig, alle banden moeten eerst van de velg, nieuw ventiel erin en dan weer op de velg worden gedraaid. Kosten: 8 euro in totaal, we lachen ons rot.

Vanuit Gaborone rijden we door het prachtige zuiden richting het oosten van het land, kamperen doen we overal in het wild. Vaak staat er wel honderden kilometers hekwerk langs de wegen om te voorkomen dat het loslopend vee de weg oversteekt, maar bijna overal vinden we wel een poort die open staat. Dan is het gewoon een kwestie van een paar honderd meter van de weg de bush inrijden en ons verstoppen tussen de struiken. Meestal zien we niet eens mensen, op de twee nieuwsgierige broers na die ons vervolgens enthousiast hun boerderijtje laten zien een stukje verderop.

In het noordoosten van Botswana liggen de Makgadikgadik-pans. Enorme zoutvlaktes die heel lang geleden droog zijn gevallen. We rijden dwars over de onmetelijke spierwitte vlaktes, zo nu en dan oplettend voor de wat donkere gedeeltes die nog nat zijn en waar we ons dus muurvast in zouden rijden. Dit is één van de geweldige dingen aan Afrika, er zijn weinig regels en niemand belet ons te gaan en staan waar we willen in dit prachtig natuurgebied. We gaan ook een kijkje nemen bij Kubu-eiland, midden in de zoutvlakte torenen immens grote Baobab-bomen de lucht in, het is een fantastisch mooi gezicht. We kamperen een paar nachten op de zoutvlaktes en genieten van de rust en stilte, af en toe komen er wat lokale bewoners op hun paard voorbij draven. Voor de rest zijn we alleen met de zebra’s en struisvogels.

We rijden naar Maun, in het noorden. De weg verandert halverwege in een gatenkaas met enorme stukken weggeslagen asfalt die we moeten zien te ontwijken. Onderweg komen we nog een Franse fietser tegen die we een paar flessen water aanbieden in ruil voor zijn tips over Mozambique en Tanzania. In Maun gaan we een aantal dagen op een camping aan een rivier staan waar de meest kleurrijke vogels rondvliegen. Daarna rijden we naar de Okavango-delta, de grootste inlandse delta van de wereld. Een prachtig natuurgebied vol met leven. We blijven bijna een week bij Moremi en Chobé Nationaal Park, we kamperen recht naast een rivier vol luidruchtige nijlpaarden die ons een slechte nachtrust bezorgen. Tussen de Nationale parken in is er ook genoeg wildlife te vinden, we zetten regelmatig onze auto stil en gaan er bovenop zitten om te genieten van al het leven rondom. We zien olifanten, buffels, zebra’s, giraffes, krokodillen, nijlpaarden, waterbokken en grote watervogels om ons heen. Meteen als we weer terug rijden naar Maun hebben we al spijt, dit is één van dé redenen waarom we graag naar Afrika wilden.

In Maun besluiten we met een vliegtuigje over de Okavango-delta te gaan vliegen. Samen met een Engels stel zitten we in een wiebelig vliegtuigje. Vanuit de lucht krijg je pas echt te zien wat een geweldig mooi natuurgebied het is, de rivier kronkelt zich door het landschap tot hij zich verspreid in talloze kleinere stroompjes. Overal zijn er dieren te zien, grote groepen olifanten banen zich een weg door het ondiepe water. Giraffen doen zich te goed aan de verse bladeren aan de talrijke bomen. Het is een prachtig mooi blauw/groen kleurenspel vanachter het raam van het vliegtuig. Het was een duur tripje maar elke cent dubbel en dwars waard, wat een geweldige ervaring.

We bezoeken het noordwesten van Botswana voor een bezoek aan de rotstekeningen, vroegere beschavingen hebben overal schilderingen van dieren achtergelaten op de rotsen in dit gebied. Dit om elkaar te laten weten waar wat voor dieren te vinden waren. Heel interessant stukje cultuur midden in de natuur. Daarna rijden we verder naar het noorden, we willen de grens naar de Caprivi-strip in Namibië nemen, daar schijnt het ook te stikken van de dieren en mooie natuur. Botswana was in ieder geval geweldig!

Via het Kgalagadi Park van Namibië naar Botswana

Via het Kgalagadi Park van Namibië naar Botswana

Het Kgalagadi Transfrontsier ligt in de punt waar Namibië, Zuid-Afrika en Botswana aan elkaar grenzen. We zijn verplicht om minstens twee nachten in het park aan Zuid-Afrikaanse zijde te verblijven als we de oversteek naar Botswana willen maken (zodat ze nog wat extra centen kunnen verdienen). We hadden vooraf al geboekt en na het uitstempelen aan Namibische zijde mochten we na een paar minuten doorrijden naar Tweerivieren, waar de Zuid-Afrikaanse en Botswaanse immigratie een gebouw deelt. Het is een prachtige route, langs een (helaas op dit moment droogstaande) rivier. We zien erg veel Zuid-Afrikaanse vakantiegangers met hun grote dure terreinwagens voorzien van alle luxe. Nadat we een stempel in ons paspoort hebben voor Botswana rijden we nog een dag door het park voor we de grens naar Botswana oversteken. De laatste nacht verblijven we op een camping midden in het park, we staan onder een Camelthorn-boom. In de nacht zakt het kwik tot -8 graden, we hebben gelukkig dikke kleding en extra dekens mee de tent ingenomen.

Midden in de nacht worden we wakker van getik op het tentdoek, we denken dat het regen is tot we er de volgende ochtend achter komen dat de boom waaronder we staan door de kou een heleboel van zijn naaldachtige bladeren is verloren. Heel de auto en tent ligt er vol mee. In de vrieskou zijn we vroeg in de ochtend dus al met de handveger in de weer om alles weer schoon te maken. Gelukkig schijnt het zonnetje daarna al snel en we rijden richting de grens met Botswana. We rijden nog geen kilometer over de smalle hobbelige zandwegen in Botswana als we ineens een lichtbruin gevaarte in de berm op nog geen meter van de weg zien liggen. We schrikken ons rot als we zien dat het drie leeuwen zijn! Wauw! Met kippenvel op ons lichaam rijden we er voorzichtig tot op een paar meter afstand naar toe. De drie liggen tegen elkaar aan zich op te warmen in het ochtendzonnetje. We maken prachtige foto’s en genieten intens van deze bijzondere ontmoeting, na tien minuten zijn ze onze aanwezigheid beu, staan op en sjokken sloom de bush in. We rijden nog een stukje langzaam achter ze aan, wat een prachtige beesten!

Nog nagenietend rijden we naar een camping in het noorden van het park, we bakken er een brood op het kampvuur. Een nieuwsgierige jakhals komt tot op een meter afstand een kijkje nemen. We hebben een rustig nachtje en worden de volgende ochtend wakker van het vrolijke gefluit van geweldig mooi gekleurde vogeltjes in de boom recht naast onze daktent. Na het ontbijt met ons vers gebakken brood rijden we naar de uitgang van het park, Botswana in. We hebben er zin in!

Namibië (deel 2)

Namibië (deel 2)

Dit keer geen apart stuk over de grensovergang omdat er niet veel te vertellen is, alle overgangen in het zuidelijke deel van Afrika gaan tot nu toe erg vlot. Binnen een paar minuten zijn we Zuid-Afrika uit- en Namibië weer ingestempeld. De officier aan Namibische zijde moest nog wel even navragen of het geen probleem is dat we binnen drie maanden na ons vorige bezoek nu weer in het land zijn maar gelukkig blijkt het uiteindelijk geen probleem. Even lijkt het nog mis te gaan als ze vragen hoe lang we een visum willen, we zeggen graag de volledige drie maanden, misschien gaan we wel ergens vrijwiligerswerk doen, zeggen we er bij. Shit, daar moeten we dus een werkvisum voor hebben, en geen toeristenvisum. Na wat moeilijk doen door de ambtenaren krijgen we uiteindelijk toch het drie maanden toeristenvisum, maar we moeten wel beloven niet te gaan werken.

In Namibië rijden we door het mooie ruige Richtersveld Transfrontier park richting Ais-Ais, waar we een heerlijke duik nemen in het door een warme bron van 65 graden verwarmde zwembad. We merken al meteen dat het druk is met veel witte huurauto’s met daktenten er bovenop, waaronder ook veel Nederlandse vakantiegangers. De volgende dag gaan we de machtige Fish River Canyon bekijken, een immens diepe kloof uitgesloten door de Fish river. Op zulke prachtige plekken voel je je als mens echt klein en nietig, wat is de wereld toch machtig mooi.

Vanuit de canyon rijden we over gravelwegen richting het noorden, onderweg stoppen we bij een restaurantje voor een heus stukje apfelstrudel met een kop koffie. Een fijn overblijfsel van de tijd dat de Duitsers Namibië gekoloniseerd hadden. We vinden een plekje in een voormalig natuurpark, Naute Dam. Het is er heerlijk rustig en we staan recht aan het grote meer. We blijven vier nachten, bakken ons eigen brood en doen lekker rustig aan, Niels hengelt er zelfs nog een meerval uit van minimaal een meter! Daarna moeten we echt door, onze hele voedselvoorraad is er doorheen. We gaan naar Keetmanshoop om weer in te slaan, daarna rijden we richting Luderitz. Halverwege slapen we nog een nacht op de parkeerplaats bij de wilde paarden, in Namibië is nog een behoorlijk aantal wilde paarden te vinden en wij worden die ochtend wakker met wel vijftig van de prachtige dieren om ons heen.

We rijden naar Luderitz, onderweg nog langs de verlaten spookstad Koolmanskop, een stadje wat vroeger druk bewoont was door gelukszoekers op zoek naar diamanten in de naastgelegen mijn. Ondertussen is de stad in verval geraakt en wordt het langzaamaan opgeslokt door het zand van de Namib woestijn. Vanuit Luderitz gaan we door richting Sossusvlei over hele mooie gravelwegen door bergachtig gebied. Sossusvlei ligt in de Namib woestijn. Dit stukje met de karakteristieke dode uitgedroogde bomen tussen de immens hoge rode duinen is erg indrukwekkend. We beklimmen de hoge duinen om er vervolgens met flinke sprongen weer af te springen waarbij we bijna tot onze knieën in het zand zakken. Wat een mooi stukje natuur.

De komende drie nachten verblijven we verscholen tussen de bergen op een prachtige stukje land wat we delen met een groep zebra’s, het is een heerlijk stil plekje en we genieten van de rust en vrijheid die je op zulke momenten ervaart. Hierna gaan we het Hardap Dam Nationaal Park bezoeken. We rijden als enige auto door het park tussen alle dieren, wat het echt weer een speciale ervaring maakt. Boven het meer vliegen grote groepen pelikanen, we kunnen er uren naar kijken. Vanuit het park rijden we door Rehoboth, waar veel Bastards wonen, oftewel kinderen van Nederlandse mannen en zwarte vrouwen die in de Apartheidstijd in Zuid-Afrika hierheen zijn gevlucht en hun eigen stad hebben opgezet. Apart om tussen alle zwarte mensen ineens allemaal halfbloedjes met soms felblauwe ogen te zien.

Daarna gaan we weer door richting Botswana, het volgende land op ons lijstje. We willen Botswana in via het Kgalagadi Transfrontier Park, wat betekent dat we dwars door de Namibische Kalahariwoestijn richting zuidwest Botswana rijden. We rijden dwars over de kenmerkende rode heuveltjes en slapen in de nacht elke keer maar op een paar meter van de weg, alles is namelijk afgezet met hekken. Maar omdat er zo weinig auto’s komen in dit gebied durven we het aan om in het zicht te kamperen. Na een aantal dagen komen we aan bij Mata-Mata, de grensovergang richting het Kgalagadi Park.

Zuid-Afrika (deel 2)

Zuid-Afrika (deel 2)

Vanuit Lesotho rijden we door Golden Gate Nationaal Park naar de parkeerplaats van de Sentinel. Deze berg is één van de hoogste van de Drakensbergen en de volgende dag gaan we er een flinke hike maken. Het is een erg mooie route, die helemaal naar een waterval leidt. Helaas bestaat deze maar uit een klein stroompje omdat we midden in het droge seizoen zitten. Maar dit maakt het uitzicht er niet minder spectaculair op!

Via Weenen Nationaal Park willen we terug naar de kust. We komen een paar minuten voor sluitingstijd bij het park aan en de poort is al gesloten. Het is al bijna donker en we willen toch wel erg graag gebruik maken van de camping. Niemand reageert op ons gerammel aan de poort en geclaxoneer. Na een kwartier is Niels het beu en besluit hij over het hek te klimmen, gewapend met een zaklamp loopt hij het park op richting receptie terwijl Sabrine bij de auto blijft wachten. Na een tijdje zo hard mogelijk roepen komen er dan eindelijk een paar medewerkers aan vanuit hun verblijven een stuk verderop. Ze zijn het zichtbaar niet eens met het feit dat Niels binnen de hekken staat maar hebben weinig meer te zeggen wanneer we ze er op aan spreken dat de poort al ruim (oké, een paar minuutjes dan) voor sluitingstijd potdicht is! Ze mopperen nog wat maar we mogen dan toch naar binnen, we zoeken een plekje voor de nacht op de camping zonder hekken. Vlakbij een grote groep Hartenbeesten (soort antilopes) zetten we de tent op en maken een vuurtje.

De volgende dagen blijven we in het mooie, kleine park. We zien er prachtige vogels en hebben geluk als we bij de waterplas vanuit de wildkijkhut een grote groep giraffen zien drinken! Vanuit Weenen gaan we naar Umtentweni, waar we een paar dagen gaan logeren bij de Nederlanders Ko en Eveline. Ze hebben een prachtig huis met uitzicht op de oceaan waar we regelmatig walvissen zien springen. We gaan uit eten en halen herinneringen op over hun reis door West-Afrika. We hebben ze leren kennen via Facebook waar ze al direct enthousiast waren over onze reisplannen. Vanuit hun huis gaan we nog op en neer naar de Howling Moon fabriek in Durban, de plek waar onze daktent gemaakt is. De vriendelijke directeur is ontvangt ons enthousiast en vindt het geweldig dat we helemaal vanuit Nederland zijn komen rijden. We wilden graag de fabriek bezoeken om te vragen of ze ons muggengaas en een rits wilden repareren, na bijna een jaar intensief gebruik waren er wat mankementjes aan onze tent. Tot onze grote verbazing konden we twee dagen later een splinternieuwe tent ophalen, helemaal onder garantie, wat een service!

Midden door het Transkei gebied (een dorre droge bedoeling waar in de tijd van de Apartheid complete bevolkingsgroepen gedwongen werden heen te verhuizen) rijden we verder richting Addo Elephant Park. Net als we daar aankomen horen we een vreemd geklingel van rechtsachter onder de auto komen. Bij nadere inspectie blijkt al snel dat er een blad van ons bladvering is afgebroken! Na alle wasbordwegen heeft het metaal er de geest aan gegeven. Gelukkig zijn de overige drie bladen nog heel en kunnen we nog rijden (hoewel de auto al wel wat scheef hangt). Als we de volgende dag door het park rijden zijn we zo onder de indruk van het mooie landschap en de dieren (zoals de olifant die op onze auto af komt gerend en pas stopt als we zo’n 300 meter achteruit zijn gereden!) dat we helemaal vergeten de brandstofmeter in de gaten te houden! Na een tijdje begint de auto te horten en stoten. Shit, de diesel is bijna op! Zo voorzichtig en economisch mogelijk lukt het ons gelukkig nog net naar een omheinde picknickplaats te komen waar we onze reserve jerrycan gevuld met 20 liter voor het eerst tijdens de reis nodig hebben!

We rijden langs de kust door naar Tsitsikamma, waar we een prachtige wandeling maken over een grote hangbrug en we een heerlijke verse visschotel eten in het restaurant terwijl de golven op de naastgelegen rotsen slaan, wat een prachtig stukje natuur! Vlakbij is de hoogste bungee-jump van heel Afrika, 216 meter van de Bloukransbrug. We gaan er op de bonnefooi heen en Niels besluit dat we het van het lot laten afhangen of hij wel of niet gaat springen, als ze plek hebben gaat hij en anders rijden we door. Na aankomst kijken we naar een aantal mensen die van de angstaanjagend hoge brug afspringen, pff het ziet er toch best wel imponerend uit! We lopen naar het kantoortje en wat blijkt; ze hebben direct plek. Binnen 10 minuten moet Niels klaar staan om zich te melden bij de werknemers. Met een groep Indische toeristen loopt hij via een aan de onderkant van de brug bevestigde loopbrug naar het midden. Stiekem kijkt hij af en toe al over de rand de duizelingwekkende diepte in. Na een tijdje is hij dan aan de beurt en duikt hij hoofd eerst naar beneden! Al snel neemt de adrenaline het over van de angst als hij naar beneden suist! Wat een ervaring!

Nog nagenietend van de sprong zitten we weer in de auto richting Cape Agulhas, op de weg er naar toe begint de versnellingsbak kabaal te maken. Deze was al een tijdje wat aan het rammelen en nu lijkt het erop dat er echt iets kapot aan het lopen is! Rustig aan en veel in de vierde versnelling (omdat dit de enige is waarin de auto geen kabaal maakt) rijden we verder naar Cape Agulhas, een speciale plek voor ons omdat dit het meest zuidelijke puntje van het Afrikaanse continent is. We parkeren er onze auto en trots als een pauw lopen we naar het met toeristen overladen plekje waar de Atlantische en Indische oceaan samen komen. Na 33550 km en 353 dagen zijn we er, toch wel een erg speciaal gevoel! Vanaf hier gaat de neus van de Santana weer een beetje noordwaarts en komen we zoetjes aan richting Nederland, het voelt ook echt meteen zo dat we de heenreis hebben afgerond en kunnen beginnen aan de terugreis.

Aan de rammelende versnellingsbak moet echt wel iets gebeuren en na een paar honderd zenuwslopende kilometers komen we gelukkig aan in Kaapstad waar we al snel een geschikte garage vinden. We laten onze auto er achter en krijgen een Land Rover Defender leenwagen mee. De verlichting werkt maar half, de auto start slecht en het is ongelooflijk irritant om het stuur ineens rechts te hebben maar we zijn al lang blij dat we in ieder geval vervoer hebben om Kaapstad mee te verkennen. We maken gebruik van AirBNB om te overnachten op verschillende plekken in de stad. Uiteindelijk moet er een andere versnellingsbak onder de Santana omdat er een lager stuk is gelopen die heeft lopen huishouden binnen in de bak, vandaar het afgrijselijke rammelende geluid. Het duurt al met al twee weken voor we onze auto weer hebben. We beginnen ons zo langzamerhand ook zorgen te maken over ons visum, want we hebben de drie maanden die we kregen er al bijna op zitten. Gelukkig is Kaapstad een geweldig mooie stad, we bezoeken het centrum met de prachtige Waterfront en doen lekker rustig aan op het strand van Camps Bay. Uiteraard beklimmen we de Tafelberg en genieten van het uitzicht over de stad. Toch zijn we blij dat we na die twee weken de oude gare Defender weer in mogen ruilen voor onze Santana met nieuwe versnellingsbak, het is een flink dure grap geweest, ook omdat we twee weken niet hebben kunnen kamperen. Gelukkig slapen we vanaf nu weer in ons tentje!

We hebben nog maar een paar dagen over op ons visum en rijden dus regelrecht door naar de grens met Namibië. Gelukkig is de route prachtig en de asfalt strak. Na drie maanden Zuid-Afrika zijn we echter wel weer toe aan de leegte, stilte en uitgestrekte landschappen van Namibië.

Lesotho

Lesotho

Vanuit Durban rijden we in één keer door naar de Sani-pas in de Drakensbergen. Dit natuurgebied ligt tegen het oosten van Lesotho aan en via de rotsachtige steile pas gaan we de hoogst gelegen grens van Afrika over. De Sani-pas is op sommige stukken inderdaad erg steil en smal met veel bochtjes en losse stenen, maar wat een prachtig uitzicht! We hebben gehoord dat in deze tijd van het jaar de pas wel eens afgesloten wordt vanwege hevige sneeuwval, gelukkig is dat nu niet het geval. Onderweg trappen we nog bijna door onze remmen heen omdat ze enorm heet zijn geworden, het valt hier door de grote stenen en krappe haarspeldbochten niet mee om op de motor te remmen. Wel even schrikken maar na een tijdje afkoelen kunnen ze er weer tegenaan. Binnenkort toch maar de goedkope (want er waren geen andere beschikbaar) remblokken te vervangen met wat degelijke exemplaren. Als we boven zijn zien we her en der wat sneeuw en ijs en stappen we uit om van het uitzicht op de zojuist gereden slingerweg te genieten.

Ineens verandert de ruige offroadweg in een strak stuk asfalt, met net daarvoor een slagboom, de grensovergang. Lesotho ligt als land geheel binnen Zuid-Afrika. We krijgen een stempel en na het betalen van een paar euro wegenbelasting mogen we door. We zitten op 2873 meter hoogte boven zeeniveau en dat merken we wel aan de temperatuur! Het is hier een stuk kouder dan het in Zuid-Afrika was. De lokale bevolking heeft ook allemaal dikke kleden omgeslagen. We zien ze in groepjes zich warmen bij een vuurtje of voorbij komen op hun paarden. De eerste nacht slapen we bij een rivier, het is hier nu droge periode. Dat zien we ook aan al het afval wat hier door de hogere stand van de rivier is achtergelaten, overal langs de oever in de struiken.

Het wordt een ijskoude nacht! Wanneer we eten staan te koken als de zon onder gaat voelen we al dat het kwik rap daalt, we bereiden ons voor door allerlei dikke truien en broeken mee te nemen in de daktent. We hebben ze ook zeker nodig gehad, het wordt ‘snachts -8 graden! Ondanks alle warme kleding en mutsen slapen we er toch belabberd door, een daktent is niet gemaakt voor dit soort temperaturen. De volgende ochtend staan we ons op te warmen met een bak koffie als er een jongen langskomt. Hij is herder van een kudde koeien, met warme muts op en dik kleed om zijn lichaam neemt hij graag een kop koffie aan, helaas spreekt hij bijna geen Engels. We hadden graag willen weten hoe het leven is hier in deze koude bergen.

Onderweg naar het noorden van Lesotho komen we nog langs Afriski, op een berghelling is een skibaan aangelegd. Wat een apart gezicht, waarschijnlijk ook omdat in deze tijd van het jaar er verder bijna geen sneeuw ligt. Maar ook omdat wij nooit hadden verwacht ergens in Afrika een onoverdekte skibaan te gaan zien!

Nadat we de auto en jerrycans hebben gevuld met 180 liter diesel (in Lesotho is de diesel 25 cent goedkoper dan Zuid-Afrika) rijden we via Butha-Butha Lesotho weer uit, ons doel was om door het land naar het noorden van de Drakensbergen te rijden. Daar zijn verschillende hikes door de bergen uitgezet waar we de hoogste van hebben uitgekozen; de Sentinel. We zijn maar korte tijd in Lesotho geweest maar hebben goed kunnen ervaren hoe het er is, door de hoge, geïsoleerde ligging in Zuid-Afrika heeft het een heel eigen cultuur en natuur. De prachtige vergezichten en interessante bevolking hebben indruk op ons gemaakt, maar nu weer snel terug naar het lagere, en warmere Zuid-Afrika!

Zuid-Afrika (deel 1)

Zuid Afrika (deel 1)

We rijden door naar de hoofdstad Pretoria, een aantal uren van de grens. We gaan op zoek naar een geschikte plek waar we de eerste tijd met onze ouders kunnen doorbrengen. De guesthouses in de stad zijn stuk voor stuk niet naar onze zin. Gelukkig vinden we een eind uit de stad Twana Lodge, een gezellige ruime lodge met veel groen en een Nederlandse eigenaar. Tot onze ouders komen sleutelen we wat aan de auto, de brandstoftank lekt een beetje en het lijkt erop dat de ontluchtingsslang zijn werk niet goed doet. Ook halen we een extra matrasje voor in de tent, na bijna een jaar elke dag op het originele matras te hebben gelegen is het wat dun geworden, een ergonomisch matras van noppenschuim doet wonderen! We installeren ook een een nieuwe accu, de oude hebben we iets te vaak te leeg laten gaan en deze krijgen we niet meer fatsoenlijk geladen. In combinatie met het relais dat we in Namibië geïnstalleerd hebben (zodat de accu automatisch wordt geladen als de motor draait, dus niet alleen afhankelijk is van zonne-energie) zijn we weer helemaal klaar voor de rest van onze reis. Als laatste halen we de huurauto op, een bijna nieuwe Toyota Fortuner. Wat rijdt dat ineens anders, ook omdat het stuur aan de andere kant zit.

We halen onze ouders op van het vliegveld, wat fijn om ze weer te zien en al snel voelt het gezellig als vanouds. In de komende tien dagen hebben we een vol programma voor ze geregeld, we beginnen eerst met een nachtje in een super-de-luxe appartement in hartje Johannesburg met een mooi uitzicht over de stad. De volgende dag gaan we met de sightseeing-bus een rondje stad doen, we stappen uit bij Constitution Hill en het Apartheidsmuseum. Daarna rijden we met ze naar Twana Lodge, waar we wat aan de auto werken met de vader van Niels. We monteren nieuwe schokdempers en een nieuwe stuurkogel (meegenomen uit Nederland). Helaas is er wat misgegaan met het bestellen van de stuurkogel, er is er een met de verkeerde draad geleverd. Gelukkig kan er snel een goede worden verstuurd.

De dagen erna gaan we samen de panorama-route rijden, we bezoeken prachtige uitzichten en watervallen. Aansluitend een aantal dagen in het Krugerpark, een van de hoogtepunten is toch wel vier grote mannetjes olifanten op een tiental meter van onze auto rond een waterplas, wat een indrukwekkende dieren! We zien nog vele dieren in de prachtige natuur en in het nabijgelegen Hoedspruit Endangered Species Centre komen we met een privésafari nog dichter bij onder andere Afrikaanse wilde honden, neushoorns, leeuwen, luipaarden en gieren. We gaan nog naar een gedeelte van het natuurpark waar ze ons vertellen over de olifanten die er leven, ze zijn wat meer gewend aan mensen en we kunnen erg dichtbij komen. Daarna spenderen we nog een middag en nacht in een vakantiehuisje midden in een wildpark. De dagen zijn voorbij gevlogen, voor ons was het ook even lekker vakantie en de toerist uithangen met onze ouders. We zetten ze geëmotioneerd weer af op het vliegveld, het zal nog wel een jaar gaan duren voor we ze weer zien.

Na nog een paar dagen heerlijk bijkomen bij Twana Lodge gaan we op bezoek bij een Nederlands gezin, ze wonen sinds anderhalf jaar in Pretoria. Paul, Mirjam, Zoë, Perrin en Maylin zijn een erg warm en gastvrij gezin met het hart op de juiste plaats! We verblijven bij ze in het vakantiehuisje naast hun prachtige huis. We hebben een toptijd, erg fijne gesprekken en vermaken ons super met het spelen van spelletjes en bezoeken van een food-festival. We worden heerlijk verwend door Mirjam met een lekkere stoofschotel met ossenstaart, uiteraard bereidt op z’n Afrikaans met een gietijzeren potje. Met een beetje tegenzin, maar een heleboel tips en hints en een erg fijne ervaring rijker, rijden we na een week weer verder richting het zuidoosten.

Via de prachtige wildparken Hluhluwe-Imfolozi, Ithala en Sint-Lucia, waar we wederom de meeste prachtige dieren (waaronder geweldig mooie vogels!) zien en we nog wat spannende tijden beleven doordat we hele grote olifanten tegenkomen op een heel smal en kronkelig paadje, rijden we door naar Sodwana-Bay. Hier gaat Niels zijn duikbrevet halen, iets wat hij al lang op zijn lijstje heeft staan. Na twee dagen in het zwembad oefenen en drie (toch wel flink spannende) zeeduiken mag hij het brevet in ontvangst nemen. Sodwana is één van de betere plekken om te duiken, het is een beschermd stukje oceaan dus er mag niet gevist worden. De onderwaterwereld is prachtig, allerlei prachtige gekleurde vissen en andere zeedieren. Veel mooi koraal wat hier nog flink overal aanwezig is door de beschermde status. Tijdens één van de duiken heeft Sabrine op de camping trouwens flink last van een groep vervet-aapjes. Deze brutale beesten zijn inmiddels flink gewend aan mensen en er dus niet meer bang van. Sabrine wordt letterlijk belaagd door een flinke groep, één van de rotzakken krijgt het voor elkaar de auto in te springen en een pak melk stuk te bijten. Gevolg; een liter melk door de auto heen en geloof ons, dat is een behoorlijke bende.

Vanuit Sodwana rijden we op ons gemakje langs de kust richting Durban, we doen er een paar daagjes over en krijgen onderweg onze eerste lekke band, na 30.000km! We wisselen met de reserveband en rijden de volgende dag naar een garage. Voor een kleine 7 euro wordt de band gemaakt, opnieuw gebalanceerd en gemonteerd, prima prijs dachten wij! In Durban staan we op een fijne groene camping, we lopen bijna dagelijks naar de oceaan om de walvissen te zien. Ze komen in deze tijd dicht bij de kust en het is prachtig om de beesten te zien springen. We gaan nog even langs bij de tandarts voor Sabrine, die al een tijdje last van een kies heeft. Ze wordt erg professioneel en geduldig geholpen, het blijkt een gaatje te zijn. We zijn bijna twee uur binnen geweest maar hoeven toch maar 25 euro te betalen, zelfs inclusief consult en het maken van foto’s, dat krijgen we in Nederland niet voor elkaar.

Vanuit Durban willen we naar Lesotho, het landje wat in Zuid-Afrika ligt en bekend staat om zijn ruige bergachtige landschap. We willen via het hoogste punt in Zuid-Afrika, de Sani-pas de grens met Lesotho over. We krijgen al van verschillende mensen te horen dat het er prachtig, maar ook behoorlijk koud is. We trekken voor de gelegenheid de warme truien maar weer eens uit de kast.

Van Namibië, door Botswana, naar Zuid-Afrika

Van Namibië, door Botswana, naar Zuid-Afrika

We besluiten de snelste asfaltweg richting Zuid-Afrika te nemen, dwars door Botswana. We hebben een tijdje geleden al afgesproken dat onze ouders ons komen opzoeken in Zuid-Afrika, maar doordat we wat tijd hebben verloren in Angola en Namibië hebben we een beetje haast om naar Johannesburg te komen, waar ze binnen een week al landen.

We kiezen er dus voor, ook vanwege de speling op een stuurkogel, om alleen over asfalt te reizen. Binnen een paar uurtjes zijn we vanuit Windhoek dan al snel in Botswana, over de Trans-Kalahari snelweg. We hebben de stuurkogel maar even met een stuk binnenband zo strak mogelijk gebonden om het effect van de speling tot een minimum te beperken. Gelukkig gaat de grensovergang erg vlot, aan Namibische zijde geven we ons invoerformulier af, vullen een formulier in en er wordt een stempel in ons paspoort gezet. In Botswana gaat het ook al zo vlot, formuliertje, stempeltje en dan nog even wachten om te betalen voor de roadtax. Sabrine zit ondertussen naar de stempel te kijken en ziet dat er een verkeerde datum bij is geschreven! We hebben een transitvisum gekregen van vier dagen om door het land te rijden, maar de beambte heeft er de datum van vandaag bij gezet als exit-datum. Gelukkig zien we het op tijd en kan het nog aangepast worden.

Zo’n honderd kilometer na de grens parkeren we de auto een stukje van de weg in het dichte struikgewas, Botswana is een erg dunbevolkt land en er zijn weinig wegen, genoeg keus om rustig te kunnen wildkamperen dus. Binnen drie dagen rijden we dwars door het land heen. We gebruiken het nu dus puur als transit om zo snel mogelijk in Zuid-Afrika te komen. Nadat we door Zuid-Afrika hebben gereisd willen we het zuiden van Namibië gaan doen, om vervolgens opnieuw Botswana in te gaan. We krijgen er nu niet veel van mee, behalve één lange saaie weg dwars door het land. En bij een parkeerplaats langs die weg krijgen we bezoek van een aantal bosjesmannen (tenminste dat zeggen ze zelf), die duidelijk flink aangeschoten met grote flessen bier in hun hand komen vragen om geld. Als dat niet lukt proberen ze nog om sigaretten en alcohol te vragen. Helaas hebben we al op veel plekken in Afrika gezien dat er erg veel gedronken wordt onder de arme bevolking, de kloof tussen arm en rijk lijkt hier alleen maar groter te worden.

Na ruim 1200 kilometer vanaf Windhoek komen we aan bij de grens met Zuid-Afrika. Weer gaat het allemaal lekker vlot en binnen een paar minuten rijden we Zuid-Afrikaans grondgebied op. Als we bij het grensgebouw parkeren komen we een Chinese man tegen. Hij vindt ons verhaal zo interessant dat hij op de foto met ons wil. Hij geeft ons zelfs biljetten van 200 Botswaanse Pula en 200 Zuid-Afrikaanse Rand zodat we er wat leuks van kunnen doen, omgerekend bijna 30 euro waard! In het gebouw scannen ze onze paspoorten en nemen ze onze vingerafdrukken. Hier is geen invoerformulier nodig, we moeten alleen even de gegevens van de auto op een formulier invullen. De hele grensovergangprocedure duurt nog geen kwartier, wat een enorm verschil met het gedoe dat we regelmatig in West-Afrika hebben moeten verduren. Op naar Zuid-Afrika, het laatste land van Afrika voordat we weer noordwaarts gaan beginnen aan de terugreis!

Namibie (deel 1)

Namibië (deel 1)

Binnen een uurtje na de grens rijden we het terrein van guesthouse 7 Valleys op. Het ligt in Oshakati, een stad in het noorden van Namibië. We mogen kamperen op het ruime terrein en krijgen een kamer voor het toilet en douche. Het is een warme douche met harde straal en we springen er meteen onder! We gebruiken de tijd in Oshakati om een wiellager te regelen. De Angolese lager doet het nog versassend goed dus we besluiten om deze nog niet te vervangen. De nieuwe lager bewaren we zodat we die zelf later kunnen vervangen (we zijn er ondertussen van overtuigd dat wij dat beter kunnen dan de Angolese monteurs). Verder doen we eens goed boodschappen in de enorme supermarkt recht tegenover onze camping. Het is een echt feest, want ze hebben er weer allerlei lekkers wat we al maanden niet mee gehad hebben. In de buurt regelen we nog een autoverzekering voor heel zuidelijk Afrika, voor 5 tientjes zijn we een heel jaar verzekerd. Ook gaan we langs bij een Iveco garage, de auto heeft nog steeds last van inhouden als het toerental boven de 3000 komt. De ervaren mannen weten het euvel meteen te vinden, binnen een uurtje hebben ze de hogedrukpomp eruit geschroefd, schoon gemaakt en weer gemonteerd. En inderdaad, de pomp zat vol met vuil. We monteren meteen een nieuwe brandstoffilter en de Santana rijdt weer soepel!

We rijden richting Etosha National Park, ons eerste wildpark! Meteen na de ingang zien we al een schildpad oversteken. Nog geen twee honderd meter verderop zien we een olifant en haar jong, vlak langs de weg! Onderweg naar onze eerste kampeerplek zien we nog jachtluipaarden, zebra’s struisvogels, gnoes, impala’s. Net voor we bij de camping zijn zien we zelfs een zeldzame zwarte neushoorn op zijn gemakje grazen tussen het struikgewas. Op de camping in het park staan erg veel huurauto’s, allemaal Toyota Hilux met daktent, veel gezinnen die op deze manier hun vakantie besteden. De volgende dagen rijden we helemaal naar de westelijke uitgang, erg veel dieren en prachtige natuur. Het duurt de hele dag om misschien 50 kilometer te rijden omdat we overal stoppen om dieren te spotten. Zelfs voor de kleinste vogeltjes maken we een noodstop om ze vervolgens enthousiast op te zoeken in onze safarigids.

Vanaf Etosha rijden we naar Opuwo, de onofficiële Himba-hoofdstad. De Himba is een nomadische bevolkingsgroep die in het noordwesten van Namibië leven. Ze leven van hun vee, maar proberen in de stad wat bij te verdienen met het verkopen van zelfgemaakte sieraden. Vanaf Opuwo gaan we een offroad route rijden door Kaokaland, een afgelogen ruig gebied. Het wordt een prachtige route van ruim drie dagen, we moeten door verschillende rivieren heen. Best spannend, met je hele hebben en houden door een snelstromende rivier rijden… We rijden door de meest prachtige lege landschappen. We wisselen zacht, fijn zand af met grote scherpe stenen. We zien maar een paar mensen per dag. Kamperen doen we langs rivierbeddingen met pootafdrukken van olifanten overal om ons heen, helaas zien we geen olifanten. Wel struisvogels, zebra’s en de meest prachtige vogels. Wat een rust, wat een ruimte!

Aan het einde van de route merken we dat de remmen herrie beginnen te maken. We stoppen om het te controleren, al snel zien we dat de voorste remblokken erg versleten zijn. Shit, die hadden we wel wat meer mogen controleren, beginnersfoutje! We hebben geen reserve remblokken bij ons dus die moeten we ergens zien te regelen. In de kleine dorpjes kijken ze ons schaapachtig aan als we beginnen over remblokken voor een Santana PS10.. Dat wordt niks. We besluiten naar de volgende grote stad te rijden, tot we halverwege worden gewaarschuwd door toeristen dat de weg afgesloten is door een erg diepe, erg snelstromende rivier. We draaien om en besluiten terug te rijden naar Oshakati, daar zijn veel automaterialen verkrijgbaar. Na 10 kilometer rijden komen ons hier wederom mensen tegemoet die zeggen dat de weg is afgesloten door een rivier, Normaal zijn deze riviertjes niet meer dat een bodempje water waar je zo doorheen kunt rijden maar door de regen van de afgelopen dagen zijn het kolkende watermassa’s van een ruime anderhalve meter diep geworden. Zelfs de lokale bevolking waagt zich er niet aan en we zijn genoodzaakt een nacht te wildkamperen.

De volgende ochtend rijden we door naar Oshakati, we kamperen weer bij hetzelfde guesthouse. Na twee dagen op zoek te zijn geweest naar de remblokken zonder resultaat besluiten we ze dan maar te bestellen. We hebben ook nog steeds een nieuwe koplamp nodig, net als een ruitenwissermotor. Helaas duurt het maar liefst twee weken voor het (prijzige!!) pakketje wordt geleverd. We monteren alle nieuwe onderdelen en rijden de volgende dag vroeg richting Twyfelfontein.

Twyfelfontein is UNESCO werelderfgoed, we maken een wandeling langs de prehistorische rotstekeningen. Erg interessant te horen dat deze tekeningen werden gebruikt om anderen te laten weten welke dieren of waterbronnen er te vinden waren. Vanaf hier rijden we een prachtige offroad route richting kust, over bergen en door dalen, door brede droge rivierbeddingen en over steile rotsachtige bergkammen. We genieten intens van dit prachtige gebied en stoppen regelmatig om alle indrukken even op ons te laten inwerken. Vooral de stilte in combinatie met de ruigheid en leegte van dit gebied vinden we prachtig. Aangekomen bij de kust rijden we naar Cape Cross, waar een enorme kolonie aan Kaapse pelsrobben leeft. Omdat het geen paartijd is zijn het alleen vrouwtjes met hun pups, de grote mannetjes ontbreken. Maar dit maakt het niet minder spectaculair, op wandelpaden kunnen we door de grote groep schreeuwende en snuivende beesten doorlopen.

Via het “Maanlandschap”, een geweldig, ruig gebied wat echt op de oppervlakte van de maan lijkt, rijden we naar Windhoek. Onderweg slapen we nog op de meest prachtige plek tot nu toe, het is een camping waarbij de kampeerplekken op minimaal vijf kilometer afstand van elkaar liggen. Wij hebben “the Cave”, een plek op een berg met een wijds uitzicht op de omgeving met prachtige grote rotsblokken. Onze buitendouche is op de eerste verdieping van een houten bouwwerk gebouwd tussen de spelonken van een paar rotsen, we hebben nog nooit gedoucht met zo’n prachtig uitzicht!

In Windhoek staan we op een camping midden in de stad. We gaan uit eten bij Joe’s Beerhouse, een walhalla voor carnivoren. We bestellen beide een flink stuk wild biefstuk (koedoe en zebra) en laten het ons goed smaken.. meteen na het eten hebben we eigenlijk al spijt als we beseffen dat we nog veel van deze dieren gaan zien in de wildparken. Hoe kunnen we nu nog vrolijk foto’s gaan maken van deze dieren als we een van hun soortgenoten hebben opgepeuzeld…

Onze ouders komen ons opzoeken in Zuid-Afrika! Dit hebben we een tijdje terug al afgesproken en de bedoeling was dat we eerst nog door heel Namibië en een deel van Zuid-Afrika zouden reizen voor we zouden ophalen van het vliegveld in Johannesburg. Maar omdat we zoveel vertraging hadden opgelopen met het wiellager en het wachten op de onderdelen besluiten we om dwars door Botswana naar Johannesburg te rijden. Ook omdat we ontdekken dat er behoorlijk wat speling op een stuurkogel zit en we dus niet teveel meer offroad willen rijden. Vroeg in de ochtend rijden we dus vanuit Windhoek richting Botswana.