Marokko
Het eerste uur op Afrikaanse bodem besteden we aan het wennen aan de nieuwe enerverende omgeving. Nadat we redelijk soepeltjes door de douane zijn gekomen (ze waren wel geïnteresseerd in de aluminium gereedschapskoffer, omdat de douaniers meenden dat er wapens in zaten) maakten we de eerste meters in Marokko. Het eerste wat opvalt is het verkeer, vele malen chaotischer dan op het Europese vasteland. Het lijkt of iedereen door elkaar rijdt en continue op de claxon hangt. Na verloop van tijd beginnen we wat orde in de chaos te ontdekken en beginnen we voorzichtig al wat mee te doen in het gedrang en getoeter. We zijn op zoek naar een hotel/camping. Sabrine is nog erg misselijk en wil het liefste zo snel mogelijk het bed in. Uiteindelijk vinden we een camping op een heuvel net buiten Tanger. Gelukkig hebben ze ook wat kamers en we besluiten er een te nemen. Onze eerste dagen op Afrikaanse bodem besteden we dus voornamelijk aan uitzieken en weer wat op krachten komen na de voedselvergiftiging die we in Gibraltar hadden opgelopen. Op de camping komen we al verscheidende andere overlanders tegen waar we wat goede tips en tricks mee uitwisselen.
Na een paar dagen zijn we weer volledig aangesterkt en besluiten we Chefchaoun te bezoeken, ook wel bekend als “Le ville bleu” (de blauwe stad). Een leuk maar erg toeristisch stadje, de blauw geschilderde muren (en soms complete straatjes) zijn leuk om te zien maar het kan ons allebei niet echt bekoren. Op de camping bij het stadje ontmoeten we Anthony en Ruth, een Australisch stel dat hun Landrover Defender heeft verscheept naar Groot-Brittannië en vanuit daar naar Marokko zijn gereden. Ze zijn van plan hetzelfde rondje als wij te maken, in ongeveer dezelfde tijd. Dus we zullen ze wel vaker tegen gaan komen, Anthony is monteur, dus wellicht komt dat ook nog wel van pas.
Als we richting Fes (één van de koningssteden) rijden komen we een lifter tegen die we besluiten mee te nemen. Hij heet Youssin en hij woont op een kwartiertje rijden verderop, aangekomen bij zijn huisje staat hij erop dat we blijven eten. Ook stelt hij zijn ouders, broer en schoonzus aan ons voor, die ook allemaal in het huisje wonen (net als 3 koeien, een ezel, een kip met een hoop kuikentjes en een agressieve onbetrouwbare hond). Het eten smaakt prima en we krijgen een erg leuk inkijkje in het leven van een Marokkaans gezin. Na het eten krijgen we uiteraard mierzoete thee en laat Youssin ons familiefoto’s zien. Bij foto’s van zijn ex krijgt hij tranen in zijn ogen, waarna hij de foto’s verscheurd en uit het raam gooit. Het is net drie maanden uit en hij heeft het er nog zichtbaar moeilijk mee. Het is een beetje een ongemakkelijke situatie voor ons en we zijn dan ook blij dat zijn broer voorstelt om naar een paardenveiling te gaan kijken op de heuvel. Er staan honderden paarden klaar voor de verkoop die een paar uur later zal gaan beginnen. Daarna zal er een groot feest zijn, Youssin zegt ons dat we moeten blijven voor het feest. Maar eerst voor de couscous van zijn moeder, de beste van Marokko zegt hij. We kunnen bij hem blijven slapen, hij heeft het allemaal al geregeld met zijn ouders. We bedanken hem vriendelijk maar besluiten toch naar Fes te rijden, al zullen we Youssin niet snel vergeten.
We komen laat aan in Fes en besluiten op een camping te gaan staan aan de rand van de stad. Het is een erg grote camping maar, op een dikke kikker in het toilethokje na, hebben we het rijk een paar dagen helemaal voor onszelf. We gebruiken de tijd om op ons gemak een wasje te doen en wat onderhoud aan de auto. We merken dat we steeds meer aan dit leventje beginnen te wennen. Er is dan wel een gebrek aan luxe en comfort, maar het fijne en relaxte leventje in de zon maakt veel goed. Het wordt ook steeds makkelijker om zo nu en dan eens even niks te doen, terwijl we in Nederland onszelf daar geen tijd voor gunden en altijd meenden ergens mee bezig te moeten zijn.
Na een paar dagen gaan we de medina van Fes bekijken, een verzameling smalle straatjes waar van alles te koop wordt aangeboden. Het is er een drukte vanjewelste, voornamelijk lokale mensen en hier en daar een groepje verdwaalde toeristen. Ook wij zijn op een gegeven moment de weg kwijt en dwalen tussen de kamelenkoppen, kruiden, verse dadels, kleden, tasjes en specerijen door. We merken dat het hier toeristisch is door de vele aanspraak die we krijgen. Iedereen wil je wat verkopen of je gids zijn in dit doolhof. Vele spreken een paar woordjes Nederlands en uiteraard begint men meteen over Nederlandse voetballers :).
Na Fes bezoeken we de souk en medina van Meknes, even grote hectiek als in Fes maar deze markt is grotendeels op een groot plein en in brede straten, Sabrine laat met henna haar handen versieren.
Na de grote steden zijn we wel wat toe aan natuur, en we besluiten te gaan wildkamperen in Nationaal Park Ifran. Wat bekend staat om de berberaapjes die er in grote aantallen zitten. Waar het ook bekend om staat zijn de koude nachten merken we al snel, omdat het zo hoog in de bergen is koelt het behoorlijk af, dus maar met wat extra kleren de slaapzak in! Het is een mooie plek, in de ochtend komt er een groep apen voorbij. Erg speciale ervaring om te ontbijten terwijl er een groep apen in de bomen om je heen aan het slingeren is. In de avond bakken we een broodje in onze gietijzeren pan, deze kan direct op de hete kolen van ons kampvuurtje. Op deze manier willen we vaker brood gaan bakken, zodat we ook voor langere tijd helemaal zelfvoorzienend zullen zijn.
Na een paar dagen in de natuur besluiten we Marrakech over te slaan (misschien later een leuk stedentripje). We merken dat de bergen en bossen ons goed doen namelijk. Via het binnenland zakken we dwars door en over het Atlasgebergte af richting het zuiden van Marokko. We blijven een aantal dagen bij een prachtig meer midden in een natuurgebied, ook veel lokale mensen komen hier kamperen en dat is ook te zien aan de hoeveelheid afval die overal ligt. Zonde. Ook weer veel apen hier, die het in de nacht regelmatig aan de stok hebben met de vele zwerfhonden en daarbij een hels kabaal maken.
Onderweg passeren we vele kleine dorpjes, waar de kinderen al van veraf zwaaiend en schreeuwend op ons staan te wachten. Ze vragen allemaal om pennen (stylo! stylo!). Als wij alle kinderen een pen zouden moeten geven zouden we er honderden mee hebben moeten nemen. Sommige proberen er nog wat voor te doen door op zelf gemaakte instrumenten wat muziek te maken en te dansen, anderen proberen tegelijk brood of fruit te verkopen. De teleurstelling op de gezichtjes is vaak groot als we er langzaam aan voorbij rijden, we kunnen niet bij alle kindjes stoppen, het zijn er gewoon teveel.
In Tinghir blijven we een aantal dagen op een camping, we wandelen hier door een prachtige vallei met dadelpalmen richting een grote kloof. De wandeling is erg indrukwekkend, iedereen maakt hier volop gebruik van de vruchtbare grond naast de rivier. Overal zijn akkertjes en heeft men irrigatiekanaaltjes aangelegd om ze van water te voorzien. De kloof is ook erg indrukwekkend, honderden meters hoge rotsen aan beide zijde. Helaas verliest het behoorlijk wat van zijn charme door de opdringerige verkopers, om geld vragende kinderen en de busladingen Japanners.
Onze eerste echte piste (offroad-track) rijden we richting N’Kob. Het is een rit van ca. 8 uur dwars door de High-Atlas, een erg hobbelige rit met adembenemende uitzichten op de bergen en dalen om ons heen. We kunnen vele stukken niet harder dan 15 km/h door de grote keien, maar dit geeft ons mooi de kans goed rond te kunnen kijken. Zeker de moeite waard. Vanaf hier rijden we door naar Zagora, we hebben nu zowel stukken van de Middle- als de High- als de Anti- als de Jebel-Atlas gehad. Wat ons betreft het mooiste wat Marokko te bieden heeft, een prachtig ruig gebergte.
Van Zagora rijden we richting M’Hamid, om van daar te vetrekken richting Foum Zguid. Deze rit zal onze eerste worden door de Sahara. Die hier voornamelijk nog bestaat uit stenen met zo nu en dan de bekende zandduinen. Nog niet erg hoog hier, in Mauritanië zullen we de hogere gaan tegenkomen waarschijnlijk. De auto trekt zich met het grootste gemak door het zand en over grote stenen, vooral het rijden in diepe losse zand is super. Het voelt alsof de auto als het ware surft over de duinen, erg vet om mee te maken! Toch voelt het ook weer lekker na de hele dag offroad om weer glad asfalt onder de bandjes te hebben, we pompen de banden weer wat harder op (in het zand verlagen we de druk tot ca. 1,5 bar om meer rijvlak te creëren) en zoeven richting de kust.
Aan zee vinden we een prachtig plekje waar de rivier Draa uitmondt in de Atlantische Oceaan. Het is er erg rustig en het is heerlijk in slaap vallen met het geluid van de golven op de achtergrond. Vanaf hier zullen we verder afzakken, de Westerlijke Sahara in, op naar de eerste intercontinentale grens!
Hallo Niels en Sabrine,
Ik heb weer genoten van jullie laatste reisverslag door Marokko!
En natuurlijk van de schitterende foto’s!
Geniet ervan.
Groetjes,
Hannie
GE-WEL-DIG lieve Sabrine en beste Niels. Wat een ongelooflijk avontuur en de gemaakte foto’s lijken wel ansichtkaarten. En dan de stoere auto als jullie rijkste bezit. Fantastisch hoe jullie het verwoorden. Jullie zuigen ons mee in jullie ervaring en belevenis. Ik wens jullie vooral heel veel goeds en goede gezondheid en houd de oogjes open. Have fun. Want dit nemen ze jullie nooit meer af. Gr “ome” Harry en “tante” Ciska uit Veenendaal.